UTRECHT – Bikeflex is recentelijk door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld voor inbreuk op auteursrechten van lesmateriaal van Innovam, maar hoeft geen schadevergoeding te betalen. Dat blijkt uit een op Rechtspraak.nl gepubliceerde uitspraak.
Innovam was naar de rechter gestapt, nadat een oud-cursist van Bikeflex in mei 2017 een e-mail gestuurd had om ze in te lichten dat Bikeflex lesmateriaal van Innovam gebruikte. De zaak diende in Utrecht, waarvan op 27 februari vonnis bepaald is. De uitspraak van dat vonnis staat sinds kort online.
SAMENWERKING | Eind 2013 hebben Innovam en Bikeflex een samenwerkingsovereenkomst gesloten voor de duur van een jaar over de instroom en begeleiding van BBL-leerlingen. Hun samenwerking was erop gericht leerlingen te werven, op te leiden tot fietstechnicus en te plaatsen bij leerbedrijven. Onderdeel van de afspraken was dat de leerlingen, na het volgen van een intern trainingsprogramma bij Bikeflex, een aantal opleidingsdagen volgden bij de Tweewieler Academy van Innovam, waarna zij examen konden doen.
De leermeesters van Innovam verstrekten in dit kader lesmateriaal aan de leermeesters van Bikeflex en leidden hen ook op. Na afloop van de overeenkomst werd de samenwerking wel voortgezet, maar Bikeflex maakte na verloop van tijd steeds minder gebruik van de leermeesters van Innovam, omdat de leermeesters van Bikeflex de leerlingen zelf konden begeleiden.
ANDERHALVE TON SCHADE | In de rechtszaak vorderde Innovam dat Bikeflex inbreuk heeft gemaakt op door Innovam ontwikkelde lesmaterialen, onder meer door het ‘Bikeflex lesboek’ te verhandelen. In het verlengde eiste Innovam ook een schadevergoeding, een stop van verkoop en gebruik van het ‘Bikeflex lesboek’ en een rectificatie op de homepage van Bikeflex. Innovam had becijferd dat de geleden schade € 156.549,24 bedroeg.
BETWISTEN | Bikeflex betwistte het inbreukmakende en onrechtmatige handelen en voerde aan dat zij slechts op beperkte schaal gebruik hebben gemaakt van Innovam’s lesmateriaal. Volgens hen was dit materiaal, in het kader van de samenwerking, door Innovam aan Bikeflex ter beschikking gesteld. Verder zei Bikeflex dat ze al geruime tijd geen gebruik meer maken van het (verouderde) lesmateriaal en dat ze het ook nooit commercieel hebben verhandeld. Ze betwistten daarom ook het bestaan en de omvang van de door Innovam gestelde schade.
GEEN TOESTEMMING | De rechter oordeelde dat Bikeflex, op grond van de samenwerkingsovereenkomst, toestemming had om het door Innovam verstrekte materiaal te gebruiken in het kader van haar opleiding. Maar Bikeflex had geen toestemming om dit materiaal na het einde van de samenwerking verder te blijven gebruiken. Ook had Bikeflex geen toestemming gekregen om (delen van) het lesboek van Innovam in te scannen, op te slaan en te verspreiden. Bikeflex heeft het lesmateriaal van Innovam ruimer gebruikt dan was toegestaan en zodoende het auteursrecht van Innovam op het lesmateriaal geschonden, aldus de rechtbank.
ONVOLDOENDE ONDERBOUWD | De door Innovam gevorderde schade van € 156.549,24, ter vergoeding van gederfde winst en gemiste licentievergoedingen, is volgens de rechtbank níet toewijsbaar. Zij is van oordeel dat Innovam de geleden schade onvoldoende heeft onderbouwd. Volgens de rechtbank blijkt uit niets blijkt dat Bikeflex, na het einde van de samenwerking, lesmateriaal van Innovam op grote schaal voor haar opleiding heeft gebruikt, vermarkt of in haar eigen cursusmateriaal heeft overgenomen.
UITSPRAAK | De rechtbank heeft verklaarde uiteindelijk dat Bikeflex inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van Innovam en dat Bikeflex daarom schadeplichtig is jegens Innovam. Daarom gebiedt het Bikeflex iedere inbreuk op de auteursrechten van Innovam te staken en gestaakt te houden. Voorts veroordeelde de rechtbank Bikeflex om aan Innovam een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag, of gedeelte daarvan, dat zij niet aan hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 50.000,00 is bereikt. Alle andere vorderingen van Innovam zijn afgewezen.
Omdat zowel Innovam als Bikeflex over en weer deels in het ongelijk gesteld worden, moeten zij hun eigen proceskosten dragen.
