BRUSSEL (B) – LEVA-EU heeft gereageerd op een verzoek van de Commissie om feedback te geven op hun voorstel voor een Kritieke Grondstoffenwet. In die feedback brengt LEVA-EU enkele lastige kwesties aan het licht die problematisch kunnen worden voor LEV-bedrijven, vooral met betrekking tot permanente magneten.
De Kritieke Grondstoffenwet heeft tot doel de EU te stimuleren het recyclen van kritieke grondstoffen, waaronder permanente magneten, te verbeteren. Deze zitten in motoren voor Light Electric Vehicles (LEVs). De toekomstige wetgeving baart de meeste LEVA-EU-leden zorgen. Sommigen produceren elektrische motoren voor LEVs. Anderen produceren of importeren LEVs met elektrische motoren met magneten.
LEVA-EU: ‘Commissie, erken dat het wettelijk kader waarin LEV-bedrijven opereren niet langer haalbaar is’
In algemene zin verzoekt LEVA-EU de Commissie om te erkennen dat LEV-bedrijven, met name MKB’s en start-ups, een punt bereiken waarop het wettelijk kader waarin ze geacht worden te opereren niet langer haalbaar is. Maatregelen op het gebied van duurzaamheid en de circulaire economie zouden bedrijven, die al grotendeels bijdragen aan duurzame mobiliteit, niet uit de markt moeten duwen.
Op dit moment is er in Europa een aanzienlijk tekort aan componenten voor LEV’s, met name motoren en batterijen. Veel LEV-bedrijven hebben geen andere keuze dan buiten de EU te zoeken naar leveranciers. Volgens het voorstel is degene, die lichte vervoersmiddelen op de markt brengt, verantwoordelijk voor alle eisen met betrekking tot recyclebaarheid. LEVA-EU is van mening dat dit mogelijk een discriminatie kan creëren tussen bedrijven die EU-geproduceerde motoren gebruiken en bedrijven die motoren gebruiken, die buiten de EU zijn geproduceerd.
Vervanging van auto’s door elektrische voertuigen zal een ongekende vraag veroorzaken
Bovendien is LEVA-EU van mening dat het verminderen van de vraag naar kritieke grondstoffen de eerste keuze zou moeten zijn, in plaats van het optimaliseren van de winning van deze materialen. In dit kader betreurt de branchevereniging ten zeerste dat de Kritieke Grondstoffenwet geen enkele aandacht besteedt aan het verminderen van de ecologische voetafdruk van voertuigen en hun componenten door de vraag naar de betrokken materialen te verminderen. “We willen dat de Commissie een onderzoek vraagt naar de mogelijke besparingen op kritieke grondstoffen door voertuigen kleiner te maken en het gewicht te verminderen. De gemiddelde hybride of elektrische voertuigen gebruikt tussen de 2 en 5 kg aan zeldzame aardemagneten,” zegt LEVA-EU-manager Annick Roetynck. “Daarom zal de vervanging van auto’s door elektrische voertuigen een ongekende vraag veroorzaken. Het totale gewicht van magneten in LEVs zal ongetwijfeld veel minder zijn. Daarom zal de vervanging van auto’s door LEVs een enorme bijdrage leveren aan een duurzame vraag en voorziening van deze magneten.”
Potentieel discriminerende regels elimineren
LEVA-EU wijst ook op verschillende artikelen in de voorgestelde regelgeving, die zeer specifieke problemen zullen creëren voor de LEV-sector. De definitie van ‘lichte vervoersmiddelen’ beschrijft niet adequaat alle categorieën voertuigen en zal leiden tot onduidelijke wetgeving. Andere artikelen staan een termijn van 5 jaar toe, voordat conformiteitsbeoordelingsprocedures van kracht worden voor de ene groep LEVs en slechts 3 jaar voor de andere. LEVA-EU waarschuwt dat als de verschillende termijnen worden gehandhaafd, dit waarschijnlijk een concurrentievoordeel zal opleveren voor sommige LEVs en een nadeel voor anderen. De Commissie stelt ook voor om voertuigen met minder dan 0,2 kg permanente magneten vrij te stellen van de toekomstige wet. Dit kan volgens Roetynck ook een discriminatie creëren. “Bijvoorbeeld tussen conventionele elektrische fietsen met één motor die net onder de 0,2 kg blijven, terwijl series hybride elektrische fietsen mogelijk net boven die limiet zitten. Dit kan het principe van technologieneutraliteit schenden,” stelt Roetynck.
LEVA-EU heeft amendementen voorgesteld om potentieel discriminerende regels te elimineren. Desalniettemin vraagt LEVA-EU ook om verder onderzoek om de relevantie van dit minimumgewicht te bepalen met het oog op het doel om minstens 15% van het jaarlijkse verbruik van de Unie via recycling te produceren.
Intussen blijft LEVA-EU overleg voeren met haar leden over de aankomende wetgeving.
