BUNNIK – Het is goed dat het kabinet werk maakt van het beperken van de impact van de torenhoge energieprijzen door de accijns op brandstof te verlagen en de BTW op energie om te zetten naar het lage tarief. Maar volgens brancheorganisatie BOVAG moet voor er ondernemers meer gebeuren.
Voor BOVAG-ondernemers die beroepshalve veel kilometers moeten maken, bijvoorbeeld rijscholen, biedt de voorgenomen verlaging van brandstofaccijns enig soelaas. Want hun bedrijfskosten lopen fors op. Maar in tal van andere BOVAG-sectoren lopen de bedrijfskosten eveneens fors op, door met name de almaar stijgende gasprijzen. Kosten die ze lang niet altijd door kunnen bereken aan de klant, vanwege langlopende contracten. Denk aan schadeherstelbedrijven. Daarom moet er op een flink aantal gebieden ingegrepen worden door de overheid vindt BOVAG. Op korte en middellange termijn.
Wat moet er op korte termijn gebeuren?
Het belangrijkste is, volgens BOVAG, te zorgen voor lastenverlichting voor ondernemers. Zij doen daarvoor een aantal voorstellen:
– De voorgenomen verlaging van de Opslag Duurzame Energie- en Klimaattransitie (ODE, is een heffing op elektriciteit en gas) vanaf 2023 moet naar voren gehaald worden.
– Het kabinet moet de voorgenomen verhoging van de energiebelasting uitstellen of schrappen.
– De energie- en brandstofprijzen moeten via een ‘prijzennoodwet’ bevroren worden.
– De belastingvrije kilometervergoeding moet (al dan niet tijdelijk) van 19 naar 23 cent per kilometer, zodat de medewerkers ook gecompenseerd kunnen worden voor hogere reiskosten.
– Opdrachtgevers moeten water bij de wijn doen als bijvoorbeeld schadeherstelbedrijven door langlopende contracten de hoge energiekosten niet kunnen doorbereken.
BOVAG lobbyt voor deze punten in politiek Den Haag, op de diverse ministeries en bij opdrachtgevers van BOVAG-ondernemers. BOVAG trekt daarbij, afhankelijk van het onderwerp, samen op met organisaties als VNO-NCW, MKB Nederland en andere brancheorganisaties.
