KEULEN (D) – Sinds 2013 heeft de Duitse inkoopcoöperatie ZEG antitrustprocedures gevoerd met het Bundeskartellamt. Nadat in 2013 verschillende beschuldigingen aan het adres van ZEG waren geuit, heeft het onderzoek van het kartelbureau zich geconcentreerd op de aantijging van verticale prijsbinding tussen de vereniging en haar leden.
Onderwerp van het onderzoek waren afspraken van ZEG met in totaal 47 fietsenwinkels. In deze overeenkomsten mochten de leden van de vereniging fietsen van ZEG’s eigen merken Bulls, Flyer, Hercules, Pegasus en Zemo, evenals exclusieve modellen van andere fabrikanten, niet onder een bepaalde minimumprijs verkopen. Volgens het Bundeskartellamt speelden deze overeenkomsten in de periode 2007 tot 2015.
PRIJSONDERZOEKEN | De naleving van deze prijsafspraken werd gecontroleerd door verantwoordelijken van ZEG, concludeert het kartelbureau op basis van het onderzoek. Wanneer ZEG klachten ontving van dealers over andere retailers, die wel onder de minimumprijs verkochten, zijn ze zelf prijsonderzoeken gaan uitvoeren. Ondernemers die fietsen onder een vastgestelde bodemprijs verkochten zijn dringend verzocht deze afspraken wel na te leven.
Vanwege de ondergeschikte rol van de deelnemende fietsretailers, ten opzichte van ZEG, heeft het kartelbureau om discretionaire redenen geen procedures tegen hen ingeleid.
KARTELVORMING | “ZEG heeft met haar aangesloten bedrijven afspraken gemaakt over de retailprijzen voor bepaalde fietsmodellen. De zelfstandige detailhandelaren werden aangemoedigd om niet achter te blijven bij de minimumverkoopprijzen, die ZEG voor verschillende soorten fietsen had vastgesteld. Dit belemmerde ook de prijsconcurrentie tussen de inkoopcoöperatie en de eindgebruiker. (…) Het is waar dat in allianties, zoals inkoopverenigingen, tijdelijke prijsverbintenissen, bijvoorbeeld voor gezamenlijke speciale aanbiedingen, mogelijk zijn volgens de Duitse en Europese wetgeving. Deze kwestie gaat veel verder dan dit en heeft een kartel van aangesloten dealers gevormd,” legt Andreas Mundt, voorzitter van het Bundeskartellamt, uit in een persbericht.
SCHIKKING | Eind januari liet ZEG aan haar leden weten aan dat het onderzoek met een schikking afgerond is. Kort voor de jaarwisseling van 2018 had de Keulse onderneming definitief uitsluitsel gekregen over de boete, die het Bundeskartellamt op basis van 5 jaar eigen onderzoek een boete heeft opgelegd. Bij de vaststelling van de hoogte van deze geldboete is in aanmerking genomen dat ZEG in het onderzoek heeft meegewerkt. Daardoor kon de procedure door middel van een schikking worden afgerond met een boete van € 13,4 miljoen.
