Foutherstel BTW-afdracht kost Stella € 2,7 miljoen

NUNSPEET – DM Equity Partners (DMEP), de investeringsmaatschappij van Ben Mandemakers, heeft ontdekt dat dat Stella Fietsen over 2022 € 2,7 miljoen achterstallige omzetbelasting moet betalen. Dat blijkt uit de voorlopige jaarcijfers, die het Financieele Dagblad in handen heeft.

Uit die cijfers blijkt dat Stella € 18,9 miljoen verlies heeft geleden.  Stella’s nieuwe CEO Aldert Boer erkent aan het FD dat de niet afgedragen BTW geleid heeft tot een foutherstel, die in de cijfers terug te vinden is. Stella Fietsen heeft de fout zelf ‘proactief’ bij de fiscus gemeld. “Dat de jaarstukken nog niet zijn goedgekeurd, wijt De Boer mede aan het aanstellen van EY als nieuwe accountant vorig jaar. De voorgaande jaren werd de Stella-boekhouding gecontroleerd door het middelgrote kantoor De Jong & Laan. Bij deze accountant was niemand bereikbaar voor commentaar,” aldus het FD.

Door de BTW-correcties blijkt het resultaat voor het jaar 2021 aanzienlijk lager te zijn dan aanvankelijk aangegeven. De eerder gerapporteerde winst verdwijnt volledig door een totale correctie van € 2,7 miljoen. Voor het jaar 2022 is het bedrag aan te betalen omzetbelasting meer dan verdubbeld, namelijk naar € 8,8 miljoen. Stella is pas bereid gedetailleerder te reageren als de jaarrekening definitief is vastgesteld. De voorlopige jaarrekening benadrukt in ieder geval dat Stella een uitdagende periode doormaakt. Het verlies voor 2022 bedraagt € 18,9 miljoen bij een omzet van € 133,2 miljoen. Een aanzienlijke bijdrage aan het verlies zijn de voorraadkosten. Tevens zijn de huurverplichtingen van Stella bijna verdrievoudigd tot €12,3 miljoen. Om de kosten te verlagen, heeft Stella het afgelopen jaar twee reorganisaties doorgevoerd, waarbij meer dan twintig voltijdsequivalenten (FTE’s) zijn geschrapt.

“Opmerkelijk is dat Stella voor zover is na te gaan voor het eerst in zijn bestaan een negatief eigen vermogen rapporteert, en wel van € 4,8 mln. Dit is ook mede het gevolg van de BTW-correctie,” concludeert het FD. Om de financiële uitdagingen aan te pakken, ontving Stella ondersteuning van de aandeelhouders in de vorm van € 8 miljoen aan leningen. Het grootste deel, € 7,3 miljoen, kwam van Daren Wilka, de venootschap van oprichters Daan van Renselaar en Wilco van de Kamp. De rest van het bedrag werd verstrekt door investeringsmaatschappij DMEP. Later hebben dezelfde partijen gezamenlijk nog eens € 5 miljoen bijgedragen. Hoewel Stella in december volledig werd overgenomen door DMEP, had de private-equitymaatschappij van Mandemakers op het moment van de leningen een minderheidsbelang van 35%. Het is volgens het FD niet duidelijk waarom de oprichters van Stella proportioneel meer geld hebben verstrekt dan DMEP. “Het terugbetalen van de leningen mag pas plaatsvinden als Stella de rekening-courant bij ING volledig heeft afgelost, en het voldoet aan de financiële ratio’s die met de huisbank zijn overeengekomen,” licht het FD toe. “Uit de voorlopige jaarrekening blijkt dat Stella over 2022 niet voldeed aan de convenanten, en nieuwe afspraken met ING heeft gemaakt. Die hebben te maken met minimumniveaus voor het brutobedrijfsresultaat en de solvabiliteitsratio – het vermogen om op langere termijn aan verplichtingen te kunnen voldoen.”

Eerder publiceerde het FD al dat de bankschulden van Stella in één jaar waren vervijfvoudigd, naar ruim € 35 milojen, waarmee het afgesproken maximum voor de financiering van voorraden was bereikt. “De Stella-directie heeft altijd aangegeven dat er geen problemen zijn met ING. Het enige dat CEO De Boer nu over ING meldt, is dat de bedrijfsovername door DMEP ‘in goed overleg’ met de bank is gebeurd,” besluit het FD.