LESSINES (B) – Het uit 1921 daterende Belgische fietsmerk Thompson ziet zijn marktaandeel in Nederland stap voor stap, maar vooral gestaag groeien. Dankzij corona en de steun van groothandel Aalten BV houden ze die stijgende lijn goed in stand. NieuwsFiets.nu reisde af naar België voor een boeiend fabrieksbezoek.
Thompson is in 1921 van start gegaan, ongeveer 10 km van de locatie in Lessines, waar ze nu al jarenlang gevestigd zijn. Het is geen grote fabriek, maar wel een waar de passie voor het eigen merk voelbaar is. Tekenend daarvoor is een heel oud model, naar schatting uit de jaren ‘30, dat ze onlangs van een relatie gekregen hebben en waarvoor ze nog een mooie plaats gaan zoeken, maar nog wel helemaal gerestaureerd moet worden.
Oorspronkelijk was Thompson grossier van onderdelen en op een zeker moment overgeschakeld naar de ontwikkeling en verkoop van fietsen. Saillant detail is dat het bedrijf vernoemd is naar de Amerikaanse actrice Sadie Thompson, een schoonheid uit de jaren ‘20. Vroeger werden de fietsen, en zelfs ook bromfietsen, volledig intern geproduceerd, maar dat is tegenwoordig natuurlijk allang anders. In het verleden was Thompson ook actief in het profpeloton van de wielersport, maar dat is heden ten dage niet meer haalbaar. “We hebben sterk gekoerst en overwinningen behaald in de Ronde van België en de Ronde van Vlaanderen, maar ook etappes in de Tour de France. Dat is iets wat vandaag de dag totaal niet meer haalbaar is qua investeringen,” erkent mede-eigenaar Tim De Smet. “De ambitie is er nog wel, omdat het in het racegebeuren heel belangrijk is om goed gezien te worden. Het image van de racewereld is enorm. Tot een bepaalde prijscategorie is het te doen, maar het effect op het TV-gebeuren moet je niet onderschatten. Dat is enorm, maar de kosten van een profpeloton bedragen een paar miljoen per jaar en dat gaat gewoon niet.”
Broer en zus De Smet alweer de vierde generatie bij Thompson
De Smet is getrouwd met zijn Spring Hsiung, die hij jaren geleden leren kennen in Taiwan. Zij werkte destijds voor een Taiwanese handelsonderneming, waarmee Thompson samenwerkte. Nu is Spring de schakel naar het Verre Oosten. Ook Tim’s zus Isabel werkt mee in het familiebedrijf en ontfermt zich over de dagelijkse gang van zaken. Zij concentreert zich op alles wat te maken heeft met facturatie, personeel en productie, terwijl hij zich inzet op de productontwikkeling. Isabel’s echtgenoot Christoph DeBondt heeft de leiding over de productie. Deze rolverdeling hebben ze onderling duidelijk afgesproken en ieder neemt, weliswaar in goed overleg, zijn of haar eigen beslissingen binnen het eigen werkgebied. En dat functioneert goed. Broer en zus vormen inmiddels alweer de vierde generatie van de familie De Smet, ruim honderd jaar na de oprichting door Hector en Aline De Smet.
In Lessines werkt Thompson met een team van ca. 25 medewerkers, dat vooral gericht is op de custom made modellen: koersfietsen, mountainbikes en bepaalde series e-bikes. Op een tweede plek in Hasselt, hebben ze een grote tweede montage. In Tsjechië werken ze samen met een partner, die een deel van de Bosch e-bikes monteert. Binnen afzienbare tijd wil De Smet in Lessines ook een assemblagelijn voor de e-bikes gaan opzetten. De zelf ontwikkelde frames worden in Taiwan geproduceerd. Thompson zet jaarlijks een brede collectie in de markt, waarbij de nadruk ligt op e-bikes en racefietsen op nummer twee staan. Met de gewone fietsen richten ze zich volledig op de jeugd en het MTB-segment is binnen de Belgische fabrikant nooit erg groot geweest. Op jaarbasis verkopen ze zo’n 20.000 fietsen, die goed zijn voor een jaaromzet van ongeveer € 11 miljoen.
Veel winkels zitten stampvol met fietsen, dus de particulier hoeft niet te paniekeren
“De fietsenbusiness is sinds corona natuurlijk booming, maar de uitdagingen zijn enorm en absoluut niet plezant meer. De dagelijkse kost bestaat uit problemen oplossen en alternatieven zoeken, die minimaal drie keer zoveel kosten. Prijsstijgingen van leveranciers zijn wekelijkse kost. Levertermijnen lopen intussen op tot drie jaar,” laat De Smet weten. “Natuurlijk hebben wij planningen en zijn er fietsen om uit te leveren. Veel winkels zitten momenteel stampvol met fietsen, dus de particulier hoeft niet te paniekeren. Er komen genoeg fietsen naar de winkels, maar als je een specifieke fiets van een specifiek merk in een specifieke kleur wil hebben, en je dealer heeft die niet besteld in zijn voorprogramma, dan kun je het vergeten. Tegelijkertijd zijn er twintig vergelijkbare modellen met vergelijkbare specs, die wél te leveren zijn.”
De Smet vindt het als fabrikant niet prettig dat hij bij zijn leveranciers al zo ver vooruit moet plannen. “We zijn nu bezig met 2025 en we zijn gedwongen om een paar jaar vooruit te denken. Dat is niet normaal. Bij Shimano en Bosch hebben we wel grote outlines gekregen, die doorlopen tot 2027. Maar dat neemt niet weg dat je niet weet waar je tegen die tijd voor komt te staan. Niemand kan er iets aan doen. Door het feit dat die levertijden zo lang zijn, is iedereen maar orders aan het plannen, terwijl de leveranciers ook wel weten dat de markt niet verdubbeld is. Dat werd in het begin van corona ook door dealers gedaan, in de hoop van verschillende merken toch iets te krijgen. Het is natuurlijk ook gevaarlijk om zo een bubbel te creëren,” waarschuwt De Smet, die aangeeft dat het in deze tijden ook voor leveranciers lastig anticiperen is. “Wanneer moet je gaan vernieuwen, wat moet je gaan vernieuwen? Ik hoop dat het in 2026 z’n plooi krijgt, eerder verwacht ik van niet. Als grote partijen nu al plannen voor 2025 dan kán het gewoon niet eerder in zijn plooi komen.”
De vraag van de laatste twee jaar kan niet zo door blijven gaan
De Smet spreekt zijn verwachting uit dat er uiteindelijk ook een terugval gaat komen. Die is volgens hem onvermijdelijk. “Ik verwacht dat de fietsmarkt op de lange termijn wel een stijgende lijn blijft vertonen, maar op relatief korte termijn zal er ergens zo’n twintig tot dertig procent teruglopen. De vraag van de laatste twee jaar kan niet zo door blijven gaan. Als we elke fiets konden leveren die besteld was, dan zouden we verdubbelen. Het is moeilijk om met beide voeten op de grond te blijven, want zoveel vraag naar fietsen markeren ook zoveel omzet. Dat kruipt ook in uw hoofd, hè?” geeft De Smet toe. “Het is niet simpel om rustig te blijven, maar wij calculeren gewoon een bepaalde groei per jaar. Voor de komende twee jaar zijn we nog zeer optimistisch en daarna voorzien we een mindering van de groeistaat. En als het op is, is het op. Een groei van vijftig procent kunnen wij niet financieren. En de banken gaan daar, zelfs met goede cijfers, ook niet in mee. Dus je moet gewoon realistisch blijven, maar optimistisch op de lange duur.”
Het is niet simpel om er als Belgisch merk in Nederland tussen te komen
Thompson is in Nederland al ongeveer een jaar of tien op de markt vertegenwoordigd. Eerder vooral door Groothandel Flier en sinds drie jaar door groothandel Aalten BV, vanaf het moment dat Wim Flier zijn zaak stopzette. De Smet is duidelijk tevreden over de ontwikkeling van Thompson in de Nederlandse vakhandel, want hij signaleert een serieuze groei. “Uiteraard mede door het corona gebeuren, maar zeker ook door de samenwerking met Aalten BV, die heel goed verloopt. Nederland heeft uiteraard zijn grote merken, dus het is niet simpel om er als Belgisch merk tussen te komen. Gelukkig wil niet iedereen dezelfde grote merken in de winkel hebben,” stelt De Smet. Op de vraag wat Thompson de Nederlandse dealer en consument te bieden heeft, wat andere merken niet hebben, reageert hij eerlijk. “Er is niet één ding dat eruit springt, maar de basiswaarde is gewoon goed. Het is een deftig product, dat goed afgewerkt is. Wij zoeken nooit de bodem in prijs en willen niet proberen de goedkoopste te zijn. We maken gewoon een goed product voor een eerlijke prijs. En die zit altijd tussen iedereen. Als familiebedrijf willen we bij Thompson trots zijn op de producten die naar buiten komen. We zijn ook zeer sterk in het sportieve segment en we hebben bovendien een andere stijl van fietsen dan de klassieke merken.”
Volgens De Smet waren zij één van de eersten die de consument de mogelijkheid bood zijn fiets tot op bepaalde hoogte zelf te configureren en de kleur te kiezen. Normaal gesproken worden die binnen een termijn van vier tot zes weken geleverd. Thompson beschikt over een eigen lakkerij, waardoor ze zeer flexibel kunnen zijn. “Het is wat nu door meer merken breder uitgezet wordt, maar wij waren daar al vroeg mee bezig. Dat is wel een succes gebleken ten opzichte van fietsen, die een vaste configuratie hebben.”
En dat vinden fietsenmakers alleen maar makkelijk. Geen poespas, gewoon rijden
Everard van de Weg, directeur van Aalten BV, heeft instemmend geluisterd naar De Smet. Voor zijn groothandel is Thompson een interessant merk om het dealernetwerk mee te bedienen. Een Nederlandse onderneming, die een Belgisch fietsmerk vertegenwoordigt, kom je niet dagelijks tegen. “We hebben nu vier man onderweg, die de verkoop van Thompson op zich nemen. Wat voor ons prettig is, is dat de dealer zo weinig werk aan de fietsen hebben op het moment dat ze die binnenkrijgen. Ze leveren een fiets die af is en met kwaliteit, die zichzelf bewijst,” aldus Van de Weg. “En dat vinden heel veel fietsenmakers alleen maar makkelijk. Geen poespas, gewoon rijden. En als er iets is, dan wordt het ook snel opgelost.”
Voor dit jaar heeft Aalten BV redelijk ruim ingezet op MTB en de elektrische fietsen. Thompson heeft de thuismarkt goed op orde en daar een stevige basis liggen, waar momenteel iets meer dan de helft van hun geproduceerde fietsen verkocht worden. Om verdere groei te realiseren richten ze zich nadrukkelijk op de export naar het buitenland, die nu al zijn weg vindt in diverse Europese landen. Na Frankrijk is Nederland het belangrijkste exportland voor Thompson. De Smet spreekt de hoop en verwachting uit vooral in de omliggende landen de komende jaar goed te groeien. Dat zal in de huidige omstandigheden nog geen vanzelfsprekendheid zijn, maar De Smet heeft goede hoop. “We hebben het geluk dat we een flexibele firma zijn, die samenwerkt met partners en leveranciers, waarmee we al veertig jaar samenwerken, dus dat komt wel goed. Ik hoop dat we over tien jaar effectief een gevestigde waarde zijn of worden in drie, vier andere landen waar we jaar op jaar tien procent kunnen groeien.”
