nieuwsfiets leva-eu europese commissie

LEVA-EU wijst EC op discriminatie e-bikefabrikanten

Nieuws
4 minuten
nieuwsfiets-banner-cyclesoftware-rectangl
GENT (B) – Begin december 2020 heeft LEVA-EU gerapporteerd hoe de Verordening 2020/1296, van de Europese Commissie, e-bike-assembleurs in de EU discrimineert in vergelijking met bedrijven die zowel conventionele als elektrische fietsen assembleren.

Vlak voor Kerstmis heeft LEVA-EU de Europese Commissie amendementen voorgelegd om de discriminatie op te heffen. Om te voorkomen dat antidumpingheffingen op conventionele fietsen worden omzeild, heeft de Europese Commissie in 1997 de rechten uitgebreid tot een aantal essentiële fietsonderdelen zoals frames, vorken, wielen enz. In 2013 bevestigde de Commissie dat, indien deze onderdelen zouden worden gebruikt voor de montage van elektrische fietsen, het 48,5% antidumpingrecht niet van toepassing was. Dit is vastgelegd in Verordening 512/2013. E-bike-fabrikanten zouden vrijstelling van die heffingen kunnen krijgen door een vergunning Bijzondere Bestemming aan te vragen. Volgens LEVA-EU is nu pas duidelijk de procedure van deze vergunning verkeerd en oneerlijk is.

ASSEMBLAGE OPSTARTEN ONMOGELIJK | De aanvraag van een vergunning voor een Bijzondere Bestemming kan alleen worden gestart als het bedrijf al componenten invoert. Hoewel het antidumpingrecht niet van toepassing is, moet het bedrijf de rechten betalen totdat een vergunning Bijzondere Bestemming is verleend. “Met andere woorden, er is geen schorsing van heffingen tijdens de procedure en er is geen mogelijkheid om de heffingen terug te krijgen, zodra de toestemming is verleend,” licht LEVA-EU secretaris Annick Roetynck toe. “Dit maakt het vrijwel onmogelijk om in Europa nieuwe assemblageactiviteiten van e-bikes op te starten, tenzij het bedrijf over zeer aanzienlijke financiële middelen beschikt.”

BUITENSPORIGE VOORWAARDEN | Een vergunning Bijzondere Bestemming wordt verleend door de nationale douane, die de bevoegdheid heeft om over de procedure te beslissen. In de gevallen die aan LEVA-EU worden gemeld, legt de douane volgens Roetynck vaak buitensporige administratieve voorwaarden en uitgebreide garanties op. “De machtiging is slechts geldig voor een beperkte periode, waarop bedrijven opnieuw een aanvraag moeten indienen. Ook hebben de bedrijven de verplichting om binnen 6 maanden aan de bijzondere bestemming te voldoen,” laat de secretaris weten. “Er is met andere woorden een deadline voor het gebruik van de onderdelen bij de montage van een e-bike. Stelt u zich eens voor dat u vandaag met het enorme tekort aan onderdelenbenodigdheden vastzit aan bijvoorbeeld een aantal frames die u niet in een montage kunt gebruiken omdat andere onderdelen, die nodig zijn om de e-bike af te werken, pas volgend jaar arriveren.”

Annick Roetynck: ‘De absurditeit van de eindgebruik autorisatie is pas aan het licht gekomen na de instelling van antidumpingrechten op elektrische fietsen.’

698 DAGEN | De nationale douaneautoriteiten zijn aan geen enkele termijn gebonden bij het verlenen van een vergunning voor een Bijzondere Bestemming. Tot dusverre hebben slechts 2 bedrijven LEVA-EU bevestigd dat ze de vergunning daadwerkelijk hebben verkregen, wat enkele maanden heeft geduurd. In een ander geval heeft een bedrijf voor het eerst een aanvraag ingediend in augustus 2018. In juni 2020, precies 698 dagen na hun eerste aanvraag, werd hun aanvraag afgewezen en moesten ze een nieuwe aanvraag indienen. “Al die tijd betaalde het bedrijf 48,5% op de essentiële fietsonderdelen die ze importeerden voor de montage van e-bikes,” aldus Roetynck. “Desondanks werd het bedrijf afgelopen zomer overvallen door de douane en vervolgens beschuldigd van het omzeilen van antidumping op e-bikes. De zaak kan worden verwezen naar een strafrechtbank met het risico van een gerechtelijke veroordeling en het betalen van antidumpingrechten op e-bikes en boetes.”

VRIJSTELLINGEN | “De absurditeit van de vergunning Bijzondere Bestemming is pas aan het licht gekomen na de instelling van antidumpingrechten op elektrische fietsen,” vervolgt Roetynck. “De nieuwe maatregelen dwongen veel bedrijven om alternatieven te zoeken voor hun assemblagewerkzaamheden in China.”
Een aantal van hen besloot de productie naar Europa te verplaatsen en vonden vaak EU-fabrikanten, aan wie ze de assemblage konden uitbesteden. Deze fabrikanten hadden vrijstellingen van de Commissie voor de invoer van fietsonderdelen voor conventionele fietsen, die ze ook gebruikten om onderdelen voor elektrische fietsen in te voeren. Er bestond echter onzekerheid over de rechtmatigheid van dit proces. Daarom heeft de Europese Commissie de Verordening 2020/1296 uitgevaardigd waardoor alle vrijstellingen voor componenten voor conventionele fietsen zijn uitgebreid naar vrijstellingen, die ook gelden voor componenten voor elektrische fietsen.

JURIDISCHE VERDUIDELIJKING | De capaciteit van de Europese fietsfabrikanten was echter snel uitgeput. Sommige bedrijven moesten dus nieuwe assemblage activiteiten in Europa opzetten voor alleen elektrische fietsen. En deze bedrijven liepen tegen de enorme hindernis aan van autorisatie voor het eindgebruik. “Toegegeven, ten behoeve van de montage van e-bikes in Europa was er behoefte aan juridische verduidelijking via Verordening 2020/1296,” erkent Roetynck. “Maar waarom de Commissie het nodig vond om ook een duidelijke discriminatie van e-bike-monteurs in te voeren, blijft een groot vraagteken.”
In een bijeenkomst, kort voor Kerstmis, stelde LEVA-EU precies die vraag aan de Commissie. “We hebben geen antwoord gekregen op de redenering achter deze bizarre verordening, maar de Commissie heeft ons verzocht een oplossing voor het probleem voor te stellen,” aldus Roetynck.

ONDERBOUWD VOORSTEL | Inmiddels heeft LEVA-EU in samenwerking met haar advocaten een onderbouwd voorstel tot wijziging van de Verordening uitgewerkt. Het voorstel is bedoeld om fabrikanten van e-bikes toegang te geven tot dezelfde vrijstellingsprocedure als bedrijven, die zowel gewone fietsen als e-bikes assembleren. “De procedure zou niet langer de bevoegdheid moeten zijn van de nationale douaneautoriteiten, maar van de Europese Commissie en zou aan dezelfde termijnen zijn onderworpen als de bestaande vrijstellingsprocedure,” stelt Roetynck. “Tijdens de procedure zouden de anti-dumping heffingen worden opgeschort. LEVA-EU stelt ook voor om bestaande vergunningen voor eindgebruik om te zetten in vrijstellingen van de Commissie en lopende aanvragen in aanvragen voor vrijstellingen van de Commissie.”
De Commissie heeft de ontvangst van het voorstel van LEVA-EU bevestigd. Het wachten is nu op het inhoudelijke antwoord van de Commissie. Het is volgens Roetynck duidelijk dat deze verordening, die de oprichting van nieuwe bedrijven in de EU rechtstreeks verbiedt, niet ongewijzigd kan blijven.

LEVA-EU roept alle bedrijven die een vergunning Bijzondere Bestemming hebben aangevraagd en degenen die er al een hebben verkregen op om zich te melden.

WWW.LEVA-EU.COM

nieuwsfiets-banner-leaderboard-eurobike
nieuwsfiets-banner-tenways-rectangle
nieuwsfiets-banner-cyclesoftware-rectangl

Op de hoogte blijven over het laatste fiets nieuws?

Meld je aan voor de BrancheUpdate. Je ontvangt gratis drie keer per week het laatste nieuws uit de industrie in je mailbox.