DEN HAAG – Met ingang van morgen treedt een speciaal Paasprotocol in werking, dat vooral van toepassing is op winkels in zogenaamde perifere winkellocaties, ‘decentrale retail’ die niet in binnenstedelijke gebieden gevestigd is.
Het Protocol Paasweekend is aanvullend op het Protocol Veilig Winkelen tijdens het Paasweekend 2020 en is van kracht van zaterdag 11 april tot en met 2e Paasdag 13 april. Het gaat met name om winkels in traditionele woonboulevards, grootschalige themaboulevards, retailparken, factory outlets en solitaire verspreide winkels. Daar zitten nogal eens grotere fietsenwinkels tussen. Het Paasprotocol geldt dus niet voor winkels in binnensteden en binnenstedelijke winkelgebieden.
AANWIJZINGEN OPVOLGEN | Brancheorganisaties, winkels en overheid communiceren over de aanvullende afspraken, die de winkeliers in en voor de winkel zichtbaar maken. Tegelijkertijd roept de overheid mensen op veilig te winkelen en aanwijzingen van personeel op te volgen. De toe- en afvoerwegen naar en van perifere winkelgebieden worden door gemeenten in overleg met veiligheidsregio’s door middel van verkeersregelaars gereguleerd en waar nodig worden toe- en afvoerwegen afgesloten. Gemeenten en de collectieve vertegenwoordiger van ondernemers op een perifeer winkelgebied (zoals de centrummanager of ondernemersvereniging) gaan hierover met elkaar in overleg.
AFSPRAKEN | Het speciale Protocol Paasweekend omvat een pakket afspraken over maatregelen, die bijdragen aan veilig winkelen. Concrete gaat het om onderstaande afspraken:
1- Dagelijks worden alle werkplekken, klantencomputers, pinapparaten en kassa’s meermaals gedesinfecteerd.
2- Handgrepen van winkelwagens en winkelmandjes worden meerdere malen per dag schoongemaakt.
3- Klanten winkelen zoveel mogelijk alleen.
4- Maximaal 1 klant per 25 vierkante meter winkelvloeroppervlak bij winkels met een vloeroppervlak van 1000 vierkante meter of meer.
5- Maximaal 1 klant per 10 vierkante meter winkelvloeroppervlak bij winkels met een vloeroppervlak van minder dan 1000 vierkante meter.
6- Zo mogelijk is er fysieke scheiding van de ingaande en de uitgaande klantenstroom.
7- Bij iedere entree staat een medewerker die de klanten wijst op de richtlijnen en regels alvorens ze de winkel mogen betreden.
8- In elke winkel wordt het maximum aan toegestane klanten actief gecontroleerd en nageleefd.
9- Strepen op de vloer geven bij de kassa en klantenbalie de afstandsindicatie van 1,5 meter weer.
10- Voor de verdere winkelvloer wordt geadviseerd met grondmarkering (strepen/vakken) de 1,5 meter afstand aan te geven.
11- Beveiligers en/of winkelpersoneel houden kassa’s nauwgezet in de gaten en sturen klantenstromen waar nodig, zodat drukte wordt voorkomen bij de kassa.
12- Waar dit veilig kan, zijn zoveel mogelijk kassa’s open om snelle doorstroming van klanten te stimuleren.
13- Bij de kassa zijn schotten geplaatst (bijvoorbeeld van plexiglas) om afstand tot de klant en de gezondheid van de medewerker te garanderen.
14- In de winkel worden smalle gangpaden (smaller dan twee meter) waar mogelijk ingericht met één looprichting (eenrichtingsverkeer). Gangpaden worden verder zoveel mogelijk verbreed naar drieënhalf tot vier meter breed.
15- Op eigen parkeerterreinen zijn verkeersregelaars aanwezig die de 1,5 meter afstand garanderen.
16- Op gedeelde parkeerterreinen wordt in samenwerking met de beheerder van het winkelgebied gezorgd voor verkeersregelaars die de 1,5 meter afstand garanderen.
17- Winkels houden géén promoties en/of acties om extra klanten te trekken gedurende specifiek het Paasweekend.
18- We voorkomen zo veel als mogelijk funshopping.
