FRIEDRICHSHAFEN (D) – Twee e-bike importeurs, die zwaar ontevreden zijn over de opstelling van de Europese Commissie in de anti-dumpingzaak rondom e-bikes uit China, hebben een rechtszaak tegen de Europese Commissie aangespand.
Op 10 juli 2018 hebben twee Europese e-bike-importeurs bij het EU-Gerechtshof een aanvraag ingediend voor nietigverklaring van de verordening van de Europese Commissie(EC) tot registratie van de invoer van elektrische fietsen uit China. Dat is bekend gemaakt tijdens een informatiemeeting, georganiseerd door de Europese afdeling van de Light Electrical Vehicle Association (LEVA-EU).
In een zaal vol toehoorders uit de industrie gaf LEVA-EU manager Annick Roetynck een terugblik van de stand van zaken in de anti-dumping zaak rondom e-bikes uit China, die volgens haar aan alle kanten rammelt. Met onverholen onvrede gaf Roetynck aan dat de maat vol is, omdat de EC niet luistert naar hun argumenten. De importeurs, die aangesloten zijn bij het Collectief van Europese importeurs van elektrische fietsen, zien geen andere uitweg dan naar de rechter te stappen om zodoende wél gehoord te worden.
SCHADECLAIMS | Sinds 4 mei 2018 moet, in opdracht van de EC, alle nieuwe import van elektrische fietsen van China geregistreerd zijn bij de bevoegde douaneautoriteiten. Hoewel tijdens deze registraties niet meteen heffingen worden toegepast, blijft het risico van anti-dumping heffingen wel met terugwerkende kracht bestaan tot einde van het onderzoek van de EC. In de registratieverordening staat dat de mogelijke heffingen 189% van de waarde van de invoer kan bedragen. Dit zal volgens Roetynck leiden tot annuleringen van aankooporders, vermindering van de importvolumes en verlies van verkoopcontracten met klanten in de Europese Unie. Tegelijkertijd worden hun klantenrelaties en reputatie in gevaar gebracht en worden zij mogelijk geconfronteerd met schadeclaims wegens contractbreuk.
GESCHONDEN RECHTEN | Door de enorme omvang van deze potentiële aansprakelijkheid zien de importeurs geen andere weg dan naar de rechter te stappen om de registratie, die naar hun mening in strijd is met het EU-recht, nietig te verklaren. De importeurs beweren dat het bewijsmateriaal van de EC aantoont dat de bedrijfstak juist níet lijdt onder de import van Chinese e-bikes, omdat die erin geslaagd is zowel in verkoop als productie in absolute termen te groeien.
Vervolgens menen de importeurs dat de EC hun procedurele rechten schendt, vooral in hun recht op verdediging. “Importeurs van elektrische fietsen strijden voor nietigverklaring van de registratieverordening, die noch op feiten is gebaseerd, noch is opgelegd met een eerlijk proces en zorgt voor een huiveringwekkend effect voor de bedrijven van de importeurs,” zegt Roetynck. “Het opleggen van 189% antidumpingrechten zou een ernstige impact hebben op betaalbare e-bikes, die steeds populairder worden bij EU-consumenten.”
